De knutselhoek is de plek waar ik bepaalde technieken – die ik zelf of met hulp van anderen heb aangeleerd – meer in detail beschrijf.
Inhoudsopgave
- Bomenbouw
- Goederenwagens-verweren
- Goederenwagens-superen voor FREMO/87
- Kleuren
- Motoren en aandrijftechniek
- Struiken
- Verf
- Verweren van hout
- Bakstenen muur met voeg
=== B ===
Bomenbouw – een beetje boom kost al gauw enkele tientjes. Terwijl het zelfbouw hiervan relatief weinig kost. Het zit hem voornamelijk in de techniek.
- grove den: middels bloembinddraad van 0,6mm maak ik twee bundels van elk 5 draden. Lengte ongeveer 30 cm, dat is voor H0 een mooie maat. Onderste dode takken eerst en daarna de iets meer uitlopers draaien.
het loof:
1.1. het vlies aanbrengen,
1.2. 6mm vezels (ongeacht kleur)
1.3. 4,5mm vezels (ongeacht kleur)
1.4. Spuitbus bruin gehele boom
1.5. 2mm vezels “kiefer” bovenaf aanbrengen
1.6. Met terpentine en een kwastje de vezels van stam+tak verwijderen
1.7. Spuitbus bruin alleen onderzijde boom en daarna in de lak zetten - spar: middels een staf van 2-3mm diameter van ongeveer 20-25 cm lengte wordt bloembinddraad van 0,6mm omwikkeld. Vanaf onder naar boven werken, onderste deel krijgt losse/dooie takken door korte stukje binddraad te nemen en die aan het eind te laten uitsteken, daarna worden de levende takken gedraad als een lus – 4-5 omwentelingen en daarna dus een lus. Zo helemaal naar boven eindigend in een enkele draad. Daarna alle lussen openknippen en zondanig verdraaien dat een mooie verdeling rondom de stam ontstaat. Als dat gedaan is, dan het hele gebeuren met secondenlijm insmeren zodat het fixeert. Na droging de juiste vorm knippen (peer): (naaldjes van dit type boom groeien vanaf onderzijde tak)
2.1. insmeren van de stam met mengsel van diepgrond, houtlijm en plakkaatverf (grijs) verhouding 40:40:20
2.2. direct houtzaagsel (van MDF) erop strooien en aftikken overtollig materiaal
2.3. na droging compleet spuiten met zinc spray voor de grijsgroene kleur (galvatec zinc spray van Griffon)
2.4. na droging 1e laag vezels (dus altijd via de onderkant aanbrengen) van 6mm
2.5. direct daarna met airbrush/compressor de vezels naar beneden blazen
2.6. de 2e laag opbrengen 4mm vezels vanaf onderzijde en ook weer met lucht behandelen en eventueel met terpentine teveel op stam+tak verwijderen
2.7. de 3e laag opbrengen 2mm vezels en daarna ook weer met lucht behandelen en eventueel met terpentine teveel op stam+tak verwijderen
2.8. het geheel met een bruine laag inspuiten
2.9. de 4e en tevens laatste laag aanbrengen van 0.5mm
2.10. bruine onderste laag aanbrengen en alles in de blanke lak zetten.
=== G ===
Goederenwagens – verweren – laten we eens kijken wat een goederenwagen allemaal kan helpen op te knappen van een plastic model naar iets wat meer lijkt op het origineel. De volgorde van mijn aanpak: dak (bij gesloten wagens), de bak en het onderstel.

■ NS GW 404 van Artitec die behandeld is volgens de methode “Light Weathering”.
- Dak – het dak is van linnen, bitumen of staal. De techniek om dit aan te pakken verschilt, vandaar twee onderwerpen linnen en stalen daken.
1.1. Linnen of bitumen dak. Bij een linnen dak is vaak de kleur onderscheidend van een bitumen dak, de techniek is nagenoeg gelijk. Benodigdheden: verf (zand of grijs), aluminium oxide D60, matte vernis, eventueel verweringspotlood AK gun metal/gewoon B potlood werkt ook.
Werkwijze: Bestrijk het dak met een laag verf, zandkleur voor een linnen dak, grijs voor een bitumen. Direct na het opbrengen (ik gebruik gewoon een spuitbus) de aluminium oxide erin strooien en aftikken zodat het overtollig materiaal weer verwijderd wordt. De verf mag ook niet alle oxide opnemen, dan gaat de structuur verloren. Daarna met een airbrush het dak schoonspuiten en daarna (op een afstand van 30 à 40 cm) nogmaals een dunne laag verf aanbrengen met spuit- of airbus. Als laatste kunnen er nog dwars strepen worden aangebracht om zo de onderliggende dragers (van hout) te imiteren. Het (AK verwerings)potlood gebruik ik hiervoor, nadat dit dunnetjes is aangebracht, met wat water op een penseel de streep wat verdunnen / vervagen. Als laatste een laagje vernis (mat) om het te beschermen.
1.2. Stalen of zinken dak. Bij een stalen- of zinken dak komen voornamelijk sporen van water tot uitdrukking, deze lopen in breedte richting van het dak. Benodigdheden: airbrush of verweringspotloden AK, water, penseel, een WASH (zwart) en eventueel olieverf (zwart). Werkwijze: zet strepen met AK verweringspotlood of airbrush in dunne lijnen ongeveer om de 10mm in de breedte richting van het dak. Indien het AK verweringspotlood is gebruikt, neem dan een penseel met wat water (of wasbenzine) en in dezelfde richting vluchtig over en het liefst ook een beetje naast de streep. Zo maak je de streep wat diffuus en het dak een stuk interessanter. Indien er op het dak ook ventilatoren (torpedo) zijn aangebracht, dan rondom de ventilator een kringetje verdunde olieverf, laten drogen tot mat van kleur en daarna met een absoluut droge penseel uitwrijven, vooral in de hoekjes waar vuil zich ophoopt. - Bak – dit is geheel afhankelijk van het constructiemateriaal van de wagen: planken, staal, combinatie van beide, maar ook het gebruik van de goederenwagen: voor vloeistoffen/gassen, gesloten, open, stortgoed of droge bulk, schroot etcetera. Even een aantal spoorwegaangelegenheden over goederenwagens:
* beschrifting van een wagenbak (met name het wagenkenmerk) wordt altijd schoongehouden, schoongeveegd en als dit niet afdoende is overgeschilderd met speciale sjablonen. Vaak zie je dit aan een andere (lees donkere kleur van de onderliggende laag).
* veewagens waren over het algemeen lastig schoon te maken vanaf de binnenzijde. Daarom – en waarschijnlijk ook vanwege hygiëne – werden ze behandeld met witkalk aan de binnenzijde. Ondanks dat dit aan de niet-zichtbare kant van een gesloten wagen werd aangebracht, de onderste planken vertoonden vaak sporen hiervan en niet zo zuinig ook. Verder werden de wagens ook gereinigd met kalk, dus een witte aanslag op de onderste planken is geen uitzonderlijk gezicht.
2.1. Algemeen – light weathering. Indien je de verwering van de bak niet te veel wilt doorvoeren, dit kan allerlei redenen hebben, dan maak ik gebruik van de light weathering methode. Benodigdheden: Valejo German c. Balck-Brown, Valejo Concrete, Olieverf Zwart/pigment poeder burnt umber en een WASH zwart.
Werkwijze: Allereerst drybrushing van de planken (indien aanwezig) met Valejo Concrete in de lengterichting van de plank. Indien een stalen bak (geldt ook voor koelwagen) maak ik gebruik van verdunde Olieverf en zet de randen / hoeken iets aan, waarna deze worden uitgeborsteld met een droge kwast. Eventueel wat pigment poeders in de onderste delen van de stalen bak. Nu zijn de verstevigingen van de bak aan de beurt. Met Valejo German c. black-brown en wat verdunner met vertragingsmiddel (verf blijft langer vloeibaar, ik gebruik zelf Leveling van Mr. Color) worden alle verstevigingsbalken en constructies geverfd. Dit geeft een donker effect op de wagenbak. Een afsluitende WASH laag geeft de planken meer diepte. Met een mat vernislaagje is alles beschermd.
2.2. gesloten planken bak:
2.3. open planken bak:
2.4. ketelwagen:
2.5. wordt vervolgd… - Onderstel – stelbalken, aspotten, vering en buffers worden aangepakt. Benodigdheden: primer (zwart), Valejo german camouflage black-brown, olieverf (zwart), pigmentpoeders (burnt umber, dark red ochre en een lichtere variant), plakkaatverf lichtgrijs en Valejo Smoke (70.939).
Werkwijze: allereerst wordt het gehele onderstel in een zwarte primer gespoten. Daarna een laag Valejo german c. black-brown. Nadat dit droog is, worden de pigmentpoeders gebruikt, burnt umber over de gehele stelbalken en bufferplaat. De veerpakketten krijgen een laagje dark red ochre en tenslotte de bufferhulzen een lichtere tint. Daarna wordt een dun laagje vernis (mat) er overheen gespoten. De pigmenten zullen qua felheid wat inbinden hierdoor.
De traptreden van de bak en eventuele remmershuis doe ik met een mix van Valejo smoke en grijze plakkaatverf. Eerst breng ik de Valejo Smoke op en daarna drybrushen van de grijze plakkaatverf. Zo ontstaat de illusie van een houten treeplank met moddersporen.
Vervolgens wordt de olieverf gebruikt. Deze kun je kant-en-klaar verdunt kopen, ik verdun deze zelf met wat terpentine (1:1). Het idee van de olieverf, dit geeft een bepaald effect van smeer- en vetafzetting rond bepaalde onderdelen, maar wel zodanig verfijnd dat het een mooie overloop van kleur geeft, opbrengen met een kwastje, rond de aspotten, de bufferstelen/stempels, het veerpakket en dan met name daar waar de veren worden ingeklemd en tenslotte nog wat hoekjes in de stelbalken. De olieverf is nu glimmend opgebracht, na enkele minuten start de droging, de olieverf krijgt een matte glans. Neem nu een droge en zachte kwast en smeer nu alle olieverf uit over het onderdeel zodat er een mooie waas ontstaat. De buffers dienen ook nog wat vettig te worden, daarvoor gebruik ik een mix van pigmentpoeder zwart en mat vernis. Dit breng ik aan midden op de buffer met een cocktailprikker en dan met een stukje spons een beetje deppen zodat het een mooi laagje vet opgebouwd wordt. - Buffers – de buffers spuit ik net zoals de bufferbalk met Tamiya grijs (XF-84). Op de bufferschijf breng ik een smeersel aan, dat de smering van de bufferschijven moet imiteren. Dit smeersel is een mix van zwarte poeder (gewoon van een krijtje te schrapen) met Mod Podge gloss.
Goederenwagens – superen voor FREMO/87 – laten we eens kijken wat een standaard goederenwagen allemaal nog aan extra accessoires krijgt om te functioneren binnen FREMO/87.
- Assen met wielen. Allereerst zijn de assen met de afgedraaide wielen nodig. Deze zijn te verkrijgen via een speciaal inkoopprogramma binnen FREMO/87, maar ook via Eberhard Luck. Belangrijk daarbij is de lengte van de asmaat. Immers deze is bepaald door de producent, voorbeeld Artitec hanteert doorgaans 24,4 mm.
- Buffers. De buffers van een FREMO/87 wagen moeten voorzien zijn van vering. Daarnaast dienen ze natuurlijk het prototype te imiteren, dus gesloten- of open bufferhulzen. Deze worden door mij meestal via de firma Weinert aangeschaft. Let erop, een wagen heeft aan weerszijden een platte en een bolle buffer (links indien je tegen de bufferplaat aankijkt).
- Schroefkoppeling. De imitatie schroefkoppeling zijn van gegoten messing en dienen geassembleerd te worden. Een lastig karweitje. Ik verwijder eerst alle onderdelen (per set zijn dat er 5) van de etsboom met een juweliersfiguurzaag, daarna maak ik de geëtste gaatje iets ruimer met een 0.4mm boortje in een handboor. Daarna kan ik het geheel assembleren, de verbinders soldeer ik ook nog even vast voor alle zekerheid. Let op, het geheel moet nog wel flexibel zijn, dus solderen van de verbinders onderling en niet de haak meenemen. Daarna gaan ze in bad, ik gebruik daarvoor Brass Black van de firma Birchwoord Casey, koop ik doorgaans bij Krale.
■ Er dient in de bufferbalk een gat te worden gemaakt (1 mm), daar steek ik dan de koppelingshaak met de schroefkoppeling door. De afstand die de haak uitsteekt is met een speciaal daarvoor geconstrueerd hulpmiddeltje af te stellen (conform de geldende FREMO norm, 3.9mm ruimte bufferschijf tov haak). Je kunt ook de haak verend aanbrengen, zodat de haak speling heeft.
=== K ===
Kleuren – laten we het eens hebben over de meest essentiële sfeermakers, de kleuren van een model. Wil je echt spelen met kleur, om bepaalde effecten of intensiteit hiervan te benadrukken, dan is het gebruik van een kleurencirkel onmisbaar. Er zijn meerdere kleurencirkels in de loop van de tijd ontwikkeld, ik baseer mijn kleuren op de kleurencirkel volgens Itten. Deze werd ontwikkeld door Johannes Itten en dient als basis voor de kunstlessen op de meeste scholen. De Zwitserse kunstenaar en kunsttheoreticus Johannes Itten werd in 1888 in Wachseldorn geboren en wijdde zich al op jonge leeftijd aan de kleurentheorie.
In de kleurencirkel van Itten worden kleuren onderverdeeld in primaire, secundaire en tertiaire kleuren. Deze onderverdeling is gebaseerd op de mengbaarheid van de afzonderlijke kleuren. De kleuren rood, geel en blauw vormen de primaire kleuren en worden in een driehoek weergegeven. De secundaire kleuren worden gemengd uit de basiskleuren, de primaire kleuren, en vormen nog eens drie driehoeken, die zich bevinden aan de zijde van de driehoek van de primaire kleuren. In de buitenste cirkel bevinden zich de tertiaire kleuren, waartoe de primaire kleuren en de tertiaire kleuren behoren.

De primaire kleuren kunnen niet worden gemengd uit andere kleuren, maar de secundaire kleuren kunnen ermee worden gemengd:
- Violet ontstaat uit rood en blauw
- Groen ontstaat uit geel en blauw
- Oranje ontstaat uit rood en geel
De tertiaire kleuren worden gemengd uit één van de primaire kleuren en één van de secundaire kleuren en bevinden zich tussen de twee kleuren in Itten’s kleurencirkel. De complementaire kleuren staan tegenover elkaar op het kleurenwiel, zoals blauw en oranje of groen en rood. Als twee complementaire kleuren met elkaar worden gemengd, ontstaat grijs.
De tertiaire kleuren zijn de volgende kleuren:
- Geel oranje
- Rood oranje
- Violet rood
- Blauw-paars
- Blauw groen
- Geel-groen
Mengen van kleuren en meer effecten – warm of koude kleuren, dieptewerking met kleuren
- Warm of koud – sommige kleuren worden als warm en andere als koel ervaren. Warme kleuren zijn onder andere geel en rood, terwijl blauw een koele kleur is. Het is ook mogelijk om deze kenmerken te mengen, bijvoorbeeld om een warme hemelsblauwe kleur te creëren. Als je twee warme kleuren met elkaar mengt, is het resultaat ook een warme kleur. Het mengen van een warme en een koude kleurtint resulteert daarentegen in een vrij neutrale kleurtoon.
- Dieptewerking – het naast elkaar plaatsen van warme en koele kleuren is een andere optische kleurmeng-techniek. Dit wordt gedaan omdat het oog koele kleuren waarneemt als zijnde verder weg dan warme kleuren. Als je bijvoorbeeld wilt dat het oog een grotere diepte van het doek waarneemt als je ernaar kijkt, kun je warme aardkleuren op de voorgrond van een landschapsfoto plaatsen en steeds koelere kleuren naar de horizon toe gebruiken.
- Meer of minder – Als een kleur u te intens lijkt, kunt u deze verzachten met een complementaire kleur of een beetje bruin. Zo kun je bijvoorbeeld te harde grijstinten verzachten met een beetje umbra. U moet hiervoor geen zwart gebruiken, omdat de kleur dan een beetje saai en niet zacht lijkt.
- Groen mengen – Om de ene donkergroene kleur te mengen, zijn verschillende kleuren nodig. Vaak zit er één groene kleur in de verfdoos. Als deze kleur te licht is voor u, kunt u deze gemakkelijk mengen met een zwarte kleur, zodat het groen steeds donkerder wordt.
- Grijs mengen – voor een mooie grijze kleur, meng veel blauwe kleur met een kleine hoeveelheid oranje kleur en voeg dan witte kleur toe tot de gewenste helderheid is bereikt. Als u een delicate grijstint wilt krijgen, kunt u veel witte kleur mengen met een beetje rood en groen. Voor een warme grijstint moet je proberen om violet met geel te mengen.
- Bruin – Als u een mooie aardse bruine tint wilt creëren, moet u de combinatie van rood en groen proberen
- Lichtbruin: Voeg geleidelijk aan witte kleur toe aan uw bruine mix totdat u de gewenste tint heeft bereikt. U kunt rood of geel toevoegen om een warmere tint te krijgen en te voorkomen dat de kleur te beige en zacht wordt. Als u een koelere tint wilt, kunt u een vleugje blauw toevoegen.
- Warm bruin: Probeer geleidelijk aan een andere rode en/of gele kleur toe te voegen. Als het mengsel te warm voor je is, kun je het een beetje afkoelen door er blauw aan toe te voegen. Warme bruine tinten zijn goed voor het schilderen van bijvoorbeeld bakstenen, houttinten of bomen in het zonlicht.
- Koel bruin: Voor een koele bruine tint kun je wat blauwe kleur toevoegen aan je basis bruine mengsel. Als het mengsel te blauw wordt, kun je wat rode of gele kleur toevoegen om weer een neutrale bruine kleur te krijgen. Koele bruinen kunnen worden gebruikt om bomen in een winterse sfeer en donker haar of bont te schilderen.
- Donkerbruin: Om een donker maar sterk bruin te mengen, kunt u een donkerblauw toevoegen. Je moet zoveel mogelijk voorkomen dat je zwart met bruin mengt, want dan krijg je alleen maar een modderige tint. Donkere bruinen zijn uitstekend geschikt voor het schilderen van schemeringsscènes of haar.
- Grijs/Bruin – De tertiaire kleuren grijs en bruin worden verkregen door alle drie de basiskleuren in verschillende verhoudingen te mengen.
Behoud van kleuren – door het mengen van een primaire en een secundaire kleur (bijvoorbeeld rood en groen) of twee secundaire kleuren (bijvoorbeeld oranje en groen) krijg je een tertiaire kleur. Vooral als je secundaire kleuren mengt, krijg je meestal modderige kleuren zoals bruin, grijs en zwart. Tertiaire kleuren zoals blauw-paars, geel-groen, groen-blauw, oranje-geel, rood-oranje en violet-rood ontstaan door het combineren van een primaire en een secundaire kleur.
Bron: acrylgiessen.com/nl/kleurencirkel/
=== M ===
Motoren en aandrijvingsmechaniek – bij modelspoorrijders een altijd een interessant onderwerp, wat zijn nu echt goede aandrijvingen? En wat is goed, rustige loop overeenkomstig het gedrag van het prototype, geluidsarm en bovenal betrouwbaar. Door Otto Schouwstra is een artikel hierover geschreven. Hij geeft een andere constructiewijze, dan de gangbare open frame methode, de voorkeur. Ik heb persoonlijk Otto Schouwstra meerdere malen mogen ontmoeten en ook één van zijn smalspoor locs (Schöma uit het artikel) in mijn bezit. Een heerlijk machientje, tot op heden niet te overtreffen!
=== S ===
Struiken – het zelf maken van struiken is eigenlijk heel eenvoudig in vergelijking met bomenbouw. Ik heb twee manieren waarvan ik vind dat die het beste lukken:
1. Rendier-of IJslandmos
De basis voor mij is rendier- of ijslandmos. Dit wordt maximaal 30 seconden in een oven (200 graden celsius) gedroogd, waarna:
A. de eerste laag met een statische begrasser met 12 mm gras (zo licht mogelijke kleur) wordt voorzien. De lijmlaag met een penseel dekkend aanbrengen. Ik gebruik voor de lijm Mod Podge of goedkope alternatief Cre-ation Crea patch.
B. De 2e en laatste laag bestaat uit gezeefde turf (Woodland Scenic Fine Turf Weeds – T1346) erop te strooien. De lijmlaag hier is een haar- of lijmspray.
Als alternatief of afwisseling kan ook het loof van Noch gebruikt worden in plaats van de gezeefde turf.
2. Met sisaltouw (bron: Boomer Diormamas)
De basis is sisaltouw, knip daarvan een stukje af al na gelang de hoogte / breedte van de struik en natuurlijk verhoudingsgewijs de gebruikte schaal. Dompel het onderste deel (ca 1 cm bij een struik van 6 cm lengte) in de houtlijm en laat dit drogen. Het hele idee is dat je iedere bewerking van de takken van de struik impregneert door het onder te dompelen in houtlijm mix. Zo ontstaat er een harde struik, niet gevoelig voor zonlicht of andere vormen van afbraak.
A: Spreid het sisaltouw uit elkaar zodat het een struik vormt, dus even tegendraads draaien. Daarna met een mix van 50% houtlijm/modpodge/creapatch en water het struikje onderdompelen en met grasvezels van 12mm besprenkelen (geen electrostaat gebruiken).
B: Haal het overtollige grasvezel weg na droging. Herhaal dit nog 1 of 2 maal.
C: Daarna de 7mm grasvezel erop, dezelfde wijze als de 12mm.
D: Dan wordt het tijd om de struik een natuurlijker kleur te geven. Met de airbrush/spuitbus, de schaduwimpressie van de struik met een donkere bruintint vanaf onder sprayen.
E: Vervolgens met een lichtere tint (Tamiya XF-55 of XF-57) en sterk verdund (50% isopropanol) en alleen op de bovenzijde sprayen.
F: Als laatste handeling is het aanbrengen van vlokmateriaal; met een penseel breng ik eerst – op de plekken waar de vlok moet komen – lijm (Action Creapatch) aan en daarna vlok vanaf boven de struik – niet te veel, laat het licht doorschijnend!
=== V ===
Verf – voor het verven en verweren van modellen (locomotief, wagen, figuur of scenery) kun je acrylverf gebruiken. Acrylverf is echter vrij prijzig, 4 euro voor 10 ml is niet ongewoon. Via Youtube kom je meer te weten over dit soort thema’s, goedkope verf (gerekend op aantal ml). Verdunning is dan wel weer een dingetje, maar ook daar is weer het een en ander over te vinden. Ik ga maar eens wat experimenteren met (textielverf, o.a. Deco Art/ Carence en een setje metallics (goud, zilver en brons) van bakerross.nl en dan verdunnen met gewone ruitenwisservloeistof (met isopropanol) in de verhouding 1:1. Verder nog wel de volgende zaken op mijn experimenteerlijstje:
* Mr Cement type S
* Mr Leveling Thinner (met retarder)
* VMS Varnisch (satin of mat)
Wat ik ook begrepen heb is dat Vallejo verf eigenlijk te rubberachtig is voor goed nabewerken (verweren, schuren, etc). Verder zal ik de verweringstechnieken chipping, maar ook het compleet opnieuw verven met een airbrush van scenery eens gaan uitproberen. Een goed youtube kanaal daarvoor is “Mr Martin Kovac, aka Night Shift“.
Update februari 2022: Mr Cement type S is zéér goed bevallen. Verlijmt echt super goed de onderdelen en werkt zeer praktisch met het fijne kwastje. De Faller lijm met naalddosering even laten staan.
Verweren van hout – ik gebruik daarvoor meestal (ligt een beetje aan de schaal, maar voor 1:35 en groter) hout van sigarenkistjes. Volgens mij is dat gemaakt van Spaans cederhout, licht materiaal en goed te snijden of zagen – dat doe ik doorgaans op zo´n mini zaagtafel.
■ Met een zelfgemaakte kraspen (vierkant houtje met stevige spijkertjes) maak ik groeven in de lengterichting.
■ Lengtegroeven naar gelang het hout er verweerd moet uitzien.
■ Nu wordt het pas interessant, want nu moet de kleur bepaald worden. Wordt het een kreosoot imitatie (vroeguh werd zo´n beetje alles van buitenhout in de kreosoot gedoopt (dwarsliggers, maar ook tuinhout). Dit effect bereik ik als volgt:
■ Ieder bewerkte plank of stuk hout gaat even in de beits, kleur ´ebbenhout´ en daarna leg ik ze te drogen. Niet meteen schrikken van de dikte van de beitslaag, die trekt netjes in het hout. Daarbij moet wel aangegeven worden dat het onbehandeld hout moet zijn, anders is het beitseffect anders.
■ De planken zijn na droging behandeld met een dry-brush van achtereenvolgens:
– valejo 70.815 Basic Skin
– valejo 71.027 Light Brown
– valejo 70.939 Smoke
Ik zou nog een zwarte wash (valejo 96.518) kunnen toepassen, dat maakt de groef nog zichtbaarder. Aangezien deze planken niet komen te liggen, maar een afscheiding gaan vormen, laat ik dat achterwegen.
Bakstenen muur met voeg
Indien je een bakstenen muur gaat verven, moet je een aantal zaken in ogenschouw nemen. Ten eerste, de basiskleuring: welke type klei was in gebruik, dat bepaalt natuurlijk de uiteindelijke kleuring van de steen. Je zult ook een voeglaag moeten aanbrengen (stoot – en lintvoeg). In kleinere schalen is dat makkelijk gezegd dan gedaan. Vanaf 1:43 en groter is mijn voorkeursmethode de gekleurde bakstenen (muur) na te behandelen met een pasta van grijs of wit. Dit masseur je in de voegen gewoon met je vinger of een doek. Alles wat op de steen terechtkomt haal je er zo ook weer eraf. Voor kleinere schalen (1:87,1:160) werkt dit doorgaans niet, de voeg is te smal en te ondiep. De pasta veeg je er dan zo weer af of wordt veel te dik opgebracht. Mijn toepassing:
1. Breng de juiste kleuring aan met een acryl verf;
2. Laat dit een uurtje drogen (of droog het geforceerd met een föhn of hete luchtbrander);
3. Verzegel de muur met een acryl vernis mat;
4. Nadat dit gedroogd is (gaat sneller dan verf) breng je met een kwast een dekkende laag acryl verf wit/grijs aan. Zorg ervoor dat de voegen goed worden bereikt. Acryl droogt snel, dus voordat het droog is (eigenlijk meteen na opbrengen) met je vinger uitwrijven zodat de steenoppervlakten weer hun oorspronkelijke kleur krijgen en de voeg achterblijft gekleurd en wel!